Het is een zomerse avond en ik zit met mijn vriend en wat vrienden in de tuin een wijntje te drinken. We praatten over mijn ziek zijn en de frustratie, onmacht en het verdriet hierdoor. Dat we dit bespreken is niks nieuws, maar mijn reactie de laatste tijd is wel veranderd. Waar ik eerst nog vol goede moed en hoop kon fantaseren over mijn toekomst en over beter worden en misschien wel genezen zit ik nu als een zielig hoopje op de bank te huilen.
Gastblog
Vandaag ben ik trots. Trots? Ja, trots. Waarom? Omdat ik deze week voor het eerst sinds 11 jaar weer in een zwembad heb gelegen en meegedaan heb aan een zwemles.
Als kind heb ik, als fysiotherapie, heel veel gezwommen. Omdat het fysiotherapie was, goed voor mijn lijf en dus ‘moest’, ben ik op mijn 18e gestopt. Want laat ik nou een gloeiende hekel hebben aan ‘moeten’, dus al het ‘leuke’ aan zwemmen was er wel af. Tel daar een flinke val op de gladde badkamervloer bij op, zo’n 3 jaar geleden, en de hoge drempel is ontstaan.
Een paar weken geleden noemde ik een boek dat ik op dit moment aan het lezen ben. Binnenkort meer hierover, als ik het uit heb! Maar welke boeken inspireren en intrigeren mij nog meer? Hieronder een greep uit mijn boekenverzameling:
Een paar weken geleden werd me gevraagd hoe ik de toekomst zie. Ik moest toen gelijk denken aan het liedje Imagine van John Lennon (en inmiddels ook van vele anderen, want het nummer is heel vaak gecoverd: de cover van Eva Cassidy vind ik een echte aanrader). Dit nummer eindigt met de tekst ‘.. and the world will live as one’. Ik weet niet of ik het nog ga meemaken (een cultuuromslag gaat niet van het ene op het andere moment), maar het is iets waar ik heel, heel sterk in geloof: dat de wereld (en haar burgers) als één groep met elkaar leeft. Verschillen in bijvoorbeeld huidskleur maken niet uit, er zijn geen oordelen over elkaar en er is veel inclusiviteit: mensen zorgen en zijn er voor elkaar.
afbeeldingscredit: By Caio
Soms kom je van die boeken tegen, waarvan je denkt: die wil ik gelezen hebben! Zo’n moment had ik van de week, toen ik door de bieb struinde en het boek ‘Beter Zieken’ tegenkwam. Het is geschreven door Tien van Vliet, zelf chronisch ziek, en gaat over hoe het is om chronisch ziek te zijn. Hiervoor heeft ze gesprekken gevoerd met veel mensen die allemaal op hun eigen manier iets hebben en het is bedoeld voor zowel die mensen als voor hun omgeving.
Afbeeldingscredit: Designers by freepik
Schoenen kopen. Het is een beetje een dingetje. Ik heb een vrij kleine schoenmaat (37, tegen kindermaat aan) en vanwege mijn looppatroon is het niet de bedoeling dat ik op hakken ga lopen. Mijn enkels vinden dat niet fijn, ik zwik er op weg. Niet zo’n probleem, dan koop je toch laarzen zonder hak?
Afbeeldingscredit: Denise Facini
Sinds een paar maanden ben ik voor een paar uur in de week als vrijwilliger betrokken bij een welzijnsorganisatie in Utrecht. Deze welzijnsorganisatie doet een hoop op het gebied van welzijn van mensen, één van die dingen is netwerkcoaching. Mensen die zich eenzaam voelen en/of sociaal geïsoleerd zijn geraakt kunnen zich hiervoor aanmelden en na een intakegesprek gaat een vrijwilliger met die deelnemer aan de slag om het sociale netwerk groter, breder en steviger te maken. Ik begeleid deelnemers hierbij. Eenzaamheid is iets wat mij intrigeert, ik kan me er oprecht over verbazen dat we met 12 miljoen volwassenen in een klein land wonen en toch 10% daarvan zich zeer eenzaam voelt (bron: http://www.eenzaamheid.info/eenzaamheid/eenzaamheid-in-cijfers). Mijn ervaring is dat dit aantal bij mensen met bijvoorbeeld een chronische ziekte of beperking nog wat hoger ligt.
Illustration by Freepik Designers
Zomer! Dat betekent lekker naar buiten als het weer het toelaat. Daarom belde één van mijn vriendinnen me twee weken geleden. Ze heeft een dochtertje van vijf en ze wilden graag naar een meertje met een strandje. Emmer mee, schep mee, niks meer aan doen. Of ik zin had om mee te gaan? Ja, laat ik dat soort dingen nou toevallig een heel goed idee vinden!
‘Wat is dat voor fiets?’ vraagt een kinderstemmetje achter me. Ik ben mijn fiets op dubbelslot aan het zetten bij een brasserie, omdat ik zin heb even ergens een kopje koffie te gaan scoren. Ik draai me om en er staat een klein, knetterblond jochie van een jaar of 3 voor mijn neus. ‘Dat is een driewieler!’, is mijn reactie. ‘Oh. Waarom fiets jij daarop?’ ‘Omdat ik anders omval!’. ‘Oh’, zegt hij weer. ‘Vind je ‘m mooi?’, vraag ik. ‘Ja!’. Mooi zo. Ik heb een opening voor een gesprekje.